Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [37]Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds. 37. Namelijk als een besluit uit het voorgaande; dewijl wij ledematen van Christus zijn en zodanig Zijner gaven deelachtig, dat gij dan, enz.; en komt alzo wederom tot nieuwe vermaningen.